Tekstgrootte
Voor de inhoud van ons onderwijs verwijzen wij naar de schoolgids. Deze vindt u hier.
Op school hanteren wij een 5-gelijke dagen model. Dat betekent dat de kinderen iedere dag van 8.25 uur – 14.00 uur naar school gaan. Rond 10 uur hebben we een kleine pauze en rond 12 uur een grote pauze. De groepen hebben gesplitst pauze. Groep 3 t/m 5 hebben samen pauze en groep 6 t/m 8 ook.
"Leren voor een kansrijke toekomst” is de missie van de Prins Willem Alexanderschool. Belangrijke uitgangspunten daarbij zijn relatie met de leerkracht en andere leerlingen (ik voel me gezien), competentie (ik kan het) en autonomie (ik kan het zelf).
Naast een goede basis op het gebied van rekenen en taal is er veel aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, zoals kunnen samenwerken, zelfstandigheid, expressie en goed burgerschap.
Onderbouw
Het onderwijs in groep 1/2 wordt thematisch aangeboden. Hiervoor gebruiken we onder andere de leer-en ontwikkelingslijnen jonge kind en de methode Kleuterplein. In het kader van VVE werken we nauw samen met peuterspeelzaal Kizzebis die in de school gevestigd is. Wij hebben een gezamenlijke peuter-kleutervisie en daarmee is er een doorgaande lijn.
Tijdens de thema's komen alle leerdoelen voor de onderbouw in twee jaar aan bod. We werken in gecombineerde groepen 1 en 2. In een dergelijke combinatiegroep kunnen we het best tegemoet komen aan de diverse onderwijsbehoeften van de kinderen. We sluiten aan bij het niveau van het kind.
Regelmatig hebben wij projectafsluitingen en spelinloop (dinsdag & donderdag) waarbij ouders van harte welkom zijn.
Wij hebben een uitgebreide visie op het kleuteronderwijs. Deze vindt u via deze link:
Groep 3 /m 8
Voor de diverse schoolvakken gebruiken wij moderne methoden die voldoen aan alle kerndoelen van het onderwijs. De methoden worden gekozen op basis van onze visie en bewezen effectiviteit. Alle lesmethoden worden tenminste eens in de 9 jaar vervangen zodat we bij de tijd blijven.
Goed kunnen lezen is een voorwaarde voor verder schoolsucces. Daarom besteden wij veel aandacht aan lezen. Dat begint al in groep 1/2. Dit doen we door middel van taalspelletjes, interactief voorlezen en aanbieden van versjes. Kinderen leren letters herkennen d.m.v. stempelen en hun naam schrijven. Aan het eind van groep 2 kennen kinderen het grootste deel van de letters.
In groep 3 starten we met aanvankelijk lezen. Ook buiten schooltijd stimuleren we het lezen. In de eerste maanden krijgen de kinderen na elke ‘kern’ een woordenrij mee naar huis. Deze kunnen de kinderen thuis oefenen zodat ze de woordenrij snel kunnen lezen. Na een aantal maanden stappen we over op ‘kilometerlezen’. Aan de hand van een invulblad houden zij hun ‘leeskilometers’ bij. Dit is voor veel kinderen een grote stimulans om veel te lezen. Alle kinderen krijgen tot en met groep 8 leesinstructie. Ook de goede lezers moeten hun vaardigheid onderhouden.
We toetsen de leesvaardigheid meerdere malen per jaar. Zodoende zien we wie er extra leestijd of –instructie nodig heeft. Voor kinderen die al heel goed kunnen lezen is leespromotie en –motivatie erg belangrijk.
Ons leesonderwijs wordt versterkt door de leesmediacoach. Dit een combinatiefunctionaris van de gemeente die werkt voor de bibliotheek en het onderwijs. Zij ondersteunt ons op het gebied van leespromotie, boekencollectie, ouderbetrokkenheid en geeft naschoolse lessen mediawijsheid.
Alle groepen krijgen lessen bewegingsonderwijs. In groep 1 / 2 gebeurt dit in de speelzaal van de school. De groepen 3 tot en met 8 gymmen in de sportzaal bij 'De Adamshof'.
Alle gymlessen van groep 3 t/m 8 worden gegeven door een vakleerkracht bewegingsonderwijs.
We willen de kinderen tijdens hun schoolloopbaan een goede basis aanbieden op gebied van kunst en cultuureducatie. Dit willen we bereiken door kinderen met verschillende vormen van kunst in aanraking te brengen. Dat gebeurt onder andere in de expressievakken.
Tijdens de expressievakken krijgen kinderen les in muziek, tekenen en handvaardigheid. Daarnaast houden we een aantal expressiemiddagen in het jaar. Deze middagen staan geheel in het teken van expressie en creativiteit. Ook ouders worden bij deze middagen betrokken.
Onze school doet mee met het project Kunsteducatie in de Klas (KIK). Dit project wordt aangeboden door Gemeente Tiel in samenwerking met Cultuurbedrijf Tiel, Regionaal Archief Rivierenland en Flipje- en Streekmuseum Tiel. Het KIK project is erop gericht zoveel mogelijk kinderen in aanraking te brengen met kunst en cultuur.
Zoals we in onze visie al verwoord hebben, is het van belang dat kinderen veel meer vaardigheden ontwikkelen dan alleen de ‘traditionele’ schoolvakken. Een actieve leerling is gemotiveerder en succesvoller. Daarom vinden we het belangrijk dat kinderen actief bij het onderwijs betrokken zijn.
Instructie door de leerkracht wisselen we af met bijvoorbeeld zelfstandig werken en samenwerken. Kinderen leren overleggen, compromissen sluiten, presenteren, voorzitten, verantwoordelijkheid voor groepswerk te dragen etc.
Door regelmatig zelfstandig te werken leren ze te plannen, zich te oriënteren op een taak, te reflecteren, keuzes te maken en te registreren. Maar ook klassenvergaderingen en de lessen Vreedzame School waarin we gezamenlijke besluiten nemen over bijvoorbeeld groepsregels dragen bij aan een grotere verantwoordelijkheid en actieve rol.
Daarbij maken we ruimschoots gebruik van digitale middelen. Aan de ene kant om kinderen hiermee om te leren gaan, en aan de andere kant om leerdoelen te bereiken. Met behulp van de computer maken we werkstukken en presentaties, zoeken we informatie op, oefenen we nog eens met rekenen, spelling en lezen. We maken gebruik van sociale media om de lessen boeiender en interessanter te maken. Dit alles draagt ertoe bij dat kinderen actief bezig zijn en op een verantwoorde manier vertrouwd raken met de digitale wereld waarin we leven. De school beschikt over Chromebook-computers die in de klas gebruikt worden.
Om de ontwikkeling van de kinderen te kunnen volgen, leggen we regelmatig de resultaten vast. We kijken of de kinderen de leerdoelen behalen en of ze zich voldoende ontwikkelen. Op basis van de resultaten kunnen we zien of we moeten bijsturen of van koers moeten veranderen. We doen dat op basis van observaties en het dagelijks werk in de groep.
Toetsen: Voor de vak en vormingsgebieden nemen we onder andere regelmatig toetsen af om te bekijken of de leerdoelen zijn behaald. We gebruiken hiervoor methodetoetsen en het CITOleerlingvolgsysteem.
Kleuterobservatie- en registratiesysteem: De ontwikkeling van kleuters wordt geobserveerd en op deze ontwikkeling wordt geregistreerd in de computer. Hiervoor gebruiken we de leerlijn jonge kind.
Welbevinden: We houden niet zomaar het welbevinden van kinderen in de gaten. Welbevinden wijst erop dat kinderen het op emotioneel vlak goed maken. Als we in veel situaties welbevinden kunnen waarnemen, is dat een teken dat ze als persoon goed in elkaar zitten en een positief zelfbeeld hebben. Het is een voorwaarde om tot leren te komen want kinderen die goed in hun vel zitten, zijn kinderen die zich goed kunnen ontwikkelen.
Betrokkenheid: Welbevinden is belangrijk, maar het garandeert nog niet dat er ontwikkeling is en dat er geleerd wordt. Daarvoor hebben we nog een andere indicator nodig: betrokkenheid. Betrokkenheid wijst erop dat kinderen vanuit hun exploratiedrang in de omgeving tot intense mentale activiteit komen. Het is dè conditie voor het realiseren van diepgaand leren. Missen we betrokkenheid bij kinderen, dan is er reden tot ongerustheid. Leren vindt dan slechts oppervlakkig plaats.
Competenties: Het meten van prestaties is een te smalle indicator om het potentiële niveau van een kind te meten. Prestaties meten namelijk alleen de ‘schoolse resultaten’. Maar een kind dat goed is in de tafels, is hij/zij daar dan ook competent in? Kinderen moeten tegenwoordig hun kennis niet alleen kunnen toepassen in een toets of werkboekje, maar moeten deze kennis ook laten zien in andere complexe situaties. Hierbij worden vaardigheden, kennis en houding geïntegreerd. Op dat moment spreek je van competenties. Competenties maken dat iemand zich in nieuwe complexe levensechte situaties ‘kundig’ kan tonen.
Prestaties: Bij prestaties zijn we geïnteresseerd in de ‘schoolse resultaten’ met betrekking tot kennis en bekwaamheden.
In de maand februari worden alle kinderen van groep 8 getoetst m.b.v. doorstroomtoets. Dit is verplicht. Onze school heeft gekozen voor de doorstroomtoets van DIA.
De doorstroomtoets van DIA is een digitale, adaptieve toets die het taal- en rekenniveau van uw kind meet. De uitslag geeft een advies voor een schoolniveau en daarnaast ook de behaalde referentieniveaus.
Vanaf groep 1 krijgen kinderen een rapport mee. In groep 1 krijgen de kinderen eenmaal per jaar een rapport, Vanaf groep 2 krijgen ze tweemaal per jaar een rapport.
Er zijn zijn per jaar meerdere gespreksmomenten (groep 3 t/m 8) tussen de leerkracht en de ouders.
- We beginnen het schooljaar met kennismakingsgesprekken tussen de leerkracht van de nieuwe groep en de ouders en het kind. Dat doen we in september.
- In november volgen de voortgangsgesprekken. Dit zijn 10-minutengesprekken en de vorderingen van uw kind worden besproken.
- Na de uitreiking van het eerste rapport volgt er een 10-minutengesprek. In dit gesprek kunt u de ontwikkeling van uw kind met de leerkracht bespreken.
- Na het tweede rapport (juli) bestaat ook de mogelijkheid van een 10-minutengesprek, maar dit is op initiatief van de leerkracht, of van de ouder, en dus mogelijk niet voor alle leerlingen.
Uiteraard kunt u buiten de 10-minutengesprekken om altijd een gesprek met de leerkracht aanvragen.